Architecten worden de laatste maanden onder vuur genomen tijdens fiscale controles. Net zoals vele andere auteurs maken ook architecten toepassing van het gunstig fiscaal regime in de personenbelasting dat kan gebruikt worden bij de zogenaamde cessie (overdracht) of concessie (licentie) van auteursrechten. De fiscus betwist steevast dat de architect zijn plannen door het auteursrecht beschermd worden (bij gebreke aan originaliteit) en de architect dit fiscaal regime niet kon toepassen, met een bijhorende taxatie tot gevolg. In deze blog geven we architecten advies over hoe zij het auteursrechtelijk beschermd karakter van hun creaties kunnen aantonen.
Architecturale werken en het auteursrecht
Artikel XI.165 §1 Wetboek van Economisch Recht kent bescherming toe aan de auteur van een werk van letterkunde of kunst.
Artikel 2.1 van de Berner Conventie[1] vermeldt uitdrukkelijk tekeningen en schetsen die betrekking hebben op bouwkunde, als een werk van letterkunde en kunst:
De term “werken van letterkunde en kunst” omvat alle voortbrengselen op het gebied van letterkunde, wetenschap en kunst, welke ook de wijze of de vorm van uitdrukking zij, zoals boeken, brochures en andere geschriften; voordrachten, toespraken, preken en andere werken van dien aard; toneelwerken of dramatisch-muzikale werken; choreografische werken en pantomimes; muzikale composities met of zonder woorden; cinematografische werken, waarmee volgens een soortgelijke werkwijze uitgedrukte werken worden gelijkgesteld; werken van teken-, schilder-, bouw-, beeldhouw-, graveer- en lithografeerkunst; fotografische werken, waarmee volgens een soortgelijke werkwijze uitgedrukte werken worden gelijkgesteld; werken van toegepaste kunst; illustraties en aardrijkskundige kaarten; tekeningen, schetsen en plastische werken, betrekking hebbende op de aardrijkskunde, de topografie, de bouwkunde of de wetenschappen.
De bescherming slaat zowel op de plannen, tekeningen, schaalmodellen etc. van de architect als de volgens deze plannen gerealiseerde gebouwen[2]. Overigens kan een architect ook bescherming claimen op een inplantingsplan of een schema van de inplanting van een woning[3] . Een architect wordt beschermd in zijn hoedanigheid van schepper van lijnen, vormen en volumes, en heeft recht op auteursrechtelijke bescherming zodra hij elementen en/of materialen verwerkt in een originele vorm, die aan het werk een persoonlijk karakter verlenen[4].
Het auteursrecht beschermt immers niet om het even welke tekening, schets of plan van een architect, maar enkel diegene die oorspronkelijk of origineel zijn.
Originaliteit
Om een tekening, schets of plan van een architect als oorspronkelijk te kunnen beschouwen, is het zowel noodzakelijk als voldoende dat deze een intellectuele schepping van de architect zijn die de persoonlijkheid van de architect weerspiegelen en tot uiting komt door de vrije en creatieve keuzen van de architect bij de totstandkoming ervan[5].
Belangrijk hierbij is wel dat wanneer voor het vervaardigen van de tekening, schets of plan technische overwegingen, regels of andere beperkingen gelden die geen ruimte laten voor creatieve vrijheid, deze niet kunnen geacht worden de oorspronkelijkheid te hebben die vereist is om een werk van letterkunde of kunst te zijn en bijgevolg auteursrechtelijke bescherming te genieten[6].
Hieruit volgt dat een tekening, schets of plan dat aan de voorwaarde van oorspronkelijkheid voldoet, voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking kan komen, ook al wordt de verwezenlijking ervan door technische overwegingen bepaald, op voorwaarde dat een dergelijke bepaling de architect niet heeft belet zijn persoonlijkheid in de tekening, schets of plan tot uitdrukking te brengen door vrije en creatieve keuzen tot uiting te brengen[7].
De architect dient aldus aan te tonen dat hij bij het vervaardigen van een tekening, schets of plan vrije en creatieve keuzes heeft kunnen maken.
Vrije en creatieve keuzes
Wanneer de architect rekening dient te houden met determinerende factoren zoals (i) de opdracht van de klant (waaronder de plaatsgesteldheid), (ii) de voorkeur van de klant inzake stijl en materialen alsook zijn budget, en (iii) de technische vereisten van het bouwwerk o.m. stabiliteit, stevigheid en wooncomfort, dan dient hij feitelijke elementen aan te duiden waaruit blijkt dat er desondanks deze beperkingen nog steeds marge voor hem was voor een vrije en creatieve inbreng.
Zo bijvoorbeeld oordeelde het hof van beroep te Brussel[8]:
De originaliteit van de schetsen van X in de zin van het auteursrecht is niet betwistbaar. Door te kiezen voor een cirkelvormig gebouw, met een atrium in het hart, dat aan de bovenkant gedeeltelijk wordt ingenomen door een reeks boven elkaar geplaatste ovale vergaderzalen die rond een centrale as zijn gerangschikt en worden ondersteund door lange, smalle kolommen, geeft X op een originele manier uiting aan zijn creatief vermogen door vrije en creatieve keuzes te maken en drukt het zo zijn eigen stempel.
Deze vormen worden niet uitsluitend gedicteerd door externe, functionele of stedenbouwkundige beperkingen.
De ronde vorm van een gebouw is bekend, evenals het principe van het atrium, dat veel wordt toegepast in kantoorgebouwen, of het innemen van deze ruimte door ovale volumes. Deze elementen zijn, afzonderlijk beschouwd, allemaal of meestal al bekend of gemeengoed. De originaliteit van de ontwerpen van X ligt in de combinatie van deze elementen.
Het hof van beroep te Luik[9] omschreef het als volgt in het kader van een renovatieproject:
Op het gebied van de architectuur kan de originaliteit met name voortvloeien uit de details van het werk, ook al is het geheel waarin zij zijn opgenomen niet nieuw, en meer bepaald uit de wijze waarop de architect architectonische elementen die in de natuur voorkomen of tot het publieke domein behoren, heeft gecombineerd, uit de keuze van het gebruik van specifieke materialen, uit originele inrichtingen die zijn gemaakt in het kader van renovatiewerkzaamheden aan een reeds bestaande ruimte.
In dit geval weerspiegelt het architecturale geheel van Le Balloir de persoonlijkheid van zijn auteur. Het verenigt alle kenmerkende elementen van de creatieve identiteit van het werk van de architect zoals beschreven in de verschillende artikelen en werken over zijn verwezenlijkingen: eenvoud van vormen en materialen, soberheid van lijnen en kleuren, gebruik van ruwe materialen, waarbij deze keuzes niet uitsluitend zijn ingegeven door zuinigheid of de beperkingen van het bestek, maar door de wens een samenhangend geheel te creëren en bruggen te slaan tussen de oude en de moderne architectuur en de plastische kunsten.
Tot slot kan tevens verwezen worden naar een arrest van het hof van beroep te Gent[10] :
Het Hof is van oordeel dat de woning «Palladio» ontworpen door Zoltan Janko origineel is en dus aanspraak kan maken op auteursrechtelijke bescherming. Het gebouw geeft blijk van een intellectuele inspanning en draagt de stempel van de persoonlijkheid van zijn ontwerper.
Het origineel karakter van het gebouw vloeit o.a. voort uit zijn getrapte opbouw, waarbij twee volumes van verschillende grootte a.h.w. op elkaar werden gestapeld, zodat vooraan een ruim en opvallend terras ontstaat boven de toegang tot de woning.
De voorgevel van het gelijkvloers van de woning is verder symmetrisch opgebouwd, met aan de ene zijde een garage en aan de andere zijde een groot raam. De toegang tot de woning is gelegen in het midden van deze beide zijden en springt in naar achter, waardoor een soort portiek ontstaat.
De voorgevel van de woning is breder dan de achterliggende woning zelf. Geen van deze vormelementen wordt bepaald door functionele of technische eisen. De combinatie van al deze elementen verleent aan de woning een origineel karakter (zie foto’s).
Bewijsvoering
Bij het opmaken van een ontwerpplan kan de architect creatieve keuzes maken die voortvloeien uit het bijeenbrengen van verschillende materialen en bestanddelen en door deze te ordenen op een nieuwe en eigenaardige wijze waardoor de architect zijn persoonlijke stempel op het bouwwerk kan drukken.
Om bij een latere betwisting over de originaliteit van zijn tekeningen, schetsen en plannen voorbereid te zijn is het aangewezen dat de architect een lijst maakt van alle vormelementen waarin hij zijn creativiteit heeft kunnen tonen.
Het is hierbij belangrijk dat hij enerzijds de wensen van de bouwheer en de technische vereisten aanstipt, maar tegelijk aantoont hoe hij desondanks toch zelf creatieve keuzes heeft kunnen maken waardoor hij zijn persoonlijkheid op het bouwwerk heeft kunnen plaatsen.
Hierbij is het aangewezen dat hij verduidelijkt dat hij niet voor een standaardoplossing gekozen heeft en bij het creatieproces niet vertrokken is vanuit een typeplan (à la sleutel-op-de-deur) waarbij zijn eigen inbreng beperkt is tot bv. de aanpassing van het aantal ramen of de plaatsing van de garageruimte. Hij toont idealiter aan dat hij tabula rasa het ontwerpproces gestart is en gaandeweg eigen accenten heeft kunnen legen op het plan waardoor hij zijn persoonlijkheid tot uitdrukking kunnen brengen heeft.
Neem in geval van twijfels of onduidelijkheden contact op met onze advocaten gespecialiseerd in het auteursrecht.
[1] Zoals bekrachtigd door de Belgische wetgever bij wet van 25 maart 1999 (B.S. 10 november 1999).
[2] Gent 17 mei 2010, TBO 2011, afl. 3, 124, noot T. Laurens; Antwerpen 25 september 2000, TBBR 2001, 618; Brussel 21 juni 1988, JLMB 1989, 17; Cass. 18 juni 2020, C.19.0017.N
[3] Brussel (2k) 6 november 2015, 2011/AR/940, Darts-IP
[4] Gent 13 mei 2009, TBO 2011, afl. 3, 121, noot T. Laurens; Luik 10 november 1954, JT 1955, 385
[5] H.v.J. 11 juni 2020, C-833/18, punt 22.
[6] H.v.J. 11 juni 2020, C-833/18, punt 23.
[7] H.v.J. 11 juni 2020, C-833/18, punt 26.
[8] Brussel (9k) 20 september 2018, Darts-IP (vertaald citaat)
[9] Rb. Luik 24 april 2007, JLMB 2007, afl. 42, 1793, bevestigd door Luik 27 februari 2009, AM 2009, afl. 6, 629 (vertaald citaat).
[10] Gent 17 mei 2010, IRDI 2012, afl. 2, 204.
Plaats commentaar